top of page

Van moddeR naar goud –
KaRel Doing, JüRgen Reble en alchemistische film

 

Voor zijn film Wilderness Series heeft de Nederlandse filmmaker Karel Doing filmmateriaal ingesmeerd met verschillende materialen en mengsels. De biochemische transformaties van de emulsie doen denken aan de experimenten van het collectief Schmelzdahin en ‘filmalchemist’ Jürgen Reble. De resulterende films lijken abstract, maar zijn dat naar mijn mening niet.

17 maart 2018

De wildernis waar Karel Doing naar verwijst met de titel Wilderness Series (2016) loopt uiteen van je achtertuin tot het vuil onder je nagel, zo legde hij uit bij een vertoning van de film tijdens het Fiber Festival, 12-13 mei 2017 in Amsterdam. De – letterlijke – basis voor de film is 35mm filmmateriaal dat hij kreeg van een archivaris, maar “het was niet helemaal duidelijk wat het materiaal deed in het filmarchief”, want het betrof onbelicht filmmateriaal, voorbij de gebruiksdatum.

Doing heeft het zwart-wit filmmateriaal uitgerold en blootgesteld aan verschillende invloeden. Vijf materialen of materiaalmengsels paste hij toe voor evenzovele hoofdstukken. Deel 1 van de film bestaat uit een strook die is blootgesteld aan  boombladeren en koper, deel 2 aan riviermodder met de micro-organismen die daarin leven, deel 3 aan paddenstoelhoeden en -sporen, voor deel 4 gebruikte hij muntbladeren en een speciaal geprepareerde solutie, en het vijfde deel is een strook waar zoutkristallen op de emulsie hebben ingewerkt. De totale film duurt 13’38 minuten.

Still uit Wilderness Series (2016) © Karel Doing

Co-auteur natuur

In plaats van de gewoonlijke belichting in de camera legde Doing de stroken in vol daglicht en liet de (natuurlijke) materialen een aantal dagen of zelfs weken inwerken. De emulsie heeft daardoor trage biochemische veranderingen ondergaan. Deels heeft de filmmaker het proces, al uitproberend, bijgestuurd, maar grotendeels is Wilderness Series de uitkomst van een autonoom proces. De beelden zijn als het ware op natuurlijke wijze gegroeid op het filmmateriaal. Vervolgens heeft Doing de stroken ontwikkeld en opnieuw gefilmd, waarbij hij ook camerabewegingen en verdubbelingen toepaste.

 

Het eindresultaat toont de springerige ‘beweging’ die niet-fotografische met de hand gemaakte films veelal kenmerkt; een snelle ‘diaserie’ van in dit geval abstracte vlekken, krassen, spetters – en het blijft fascinerend, prachtig zelfs. We zien een snelle opeenvolging van korrelige landschappen, van grillige organische vormen die doen denken aan bijvoorbeeld opgedroogd bloed, of een uitgedroogde aardkorst.

De kloof tussen cultuur en natuur is het onderwerp van veel van Doings recentere werk. Hij probeert op een nieuwe manier te vertellen over de natuurlijke omgeving. In plaats van zijn camera te richten op de natuur en een afbeelding te maken, laat hij natuurlijk materiaal direct inwerken op het filmmateriaal. Daarmee doet hij als filmmaker een stap terug en nodigt de natuur uit als medemaker. Doing heeft geen film gemaakt óver de zichtbare werkelijkheid – in casu de natuur – maar mét de natuur, zo legt hij uit. De uiteindelijke film heeft hij voorzien van een soundtrack, gemaakt door de Hongaarse componiste Andrea Szigetvári.

Still uit Wilderness Series (2016) © Karel Doing

Doing is zeker niet de enige kunstenaar die de chemicaliën van het fotografisch materiaal heeft geconfronteerd met natuurlijke materialen. Het Duitse filmmakerscollectief Schmelzdahin heeft in de periode 1983 tot en met 1989 vergelijkbare experimenten uitgevoerd. Een andere kunstenaar die prachtige resultaten bereikte door de natuur op de emulsie van fotografisch materiaal te laten inwerken, is de Britse fotograaf Stephen Gill.


Tuinen en vijvers

De leden van Schmelzdahin – Jochen Lempert, Jochen Müller en Jürgen Reble – gaven zowel zelf gefilmd als gevonden materiaal (found footage) ongebruikelijke behandelingen. Ze hingen filmstroken aan boomtakken of begroeven filmmateriaal in de tuin om bacteriën, mineralen en vocht op de emulsie (en de kunststof drager) te laten inwerken. Zo liet het drietal in 1985 een 8mm kopie van Ali Baba and the 40 Thieves afzinken in Reble’s tuinvijver. Na ongeveer een jaar werd er ‘geoogst’, zoals Reble het eens omschreef. Van de oorspronkelijke beelden was nauwelijks meer iets te zien. Op de drager hadden zich algenculturen gevestigd of hun afdrukken achtergelaten, en zo een nieuwe film gecreëerd: Aus den Algen (1986).

Na het ‘oogsten’ van het filmmateriaal uit het water, of uit de grond bij andere experimenten, droogden de drie filmmakers de stroken en kopieerden het materiaal middels een zelfgebouwde optical printer. Het collectief zocht de toevallige uitkomsten van de biochemische processen uit op hun esthetische mogelijkheden en stelden hieruit films samen voor performances. Bij de performances werden de films veelal als loops door de projectoren gevoerd en tijdens het afdraaien verder met chemicaliën bewerkt.

Still uit Instabile Materie (1995) © Jürgen Reble

Fysieke relatie

Stephen Gill nam, midden jaren 2000, foto’s van Hackney, de Londense wijk waar hij woonde. Hij begroef de afdrukken daarvan in de betreffende wijk en toen hij ze na verloop van tijd weer opgroef, waren ze aangetast – net als de Super8-films van Schmelzdahin. Daarbij ging het Gill er om zijn foto’s meer dan een registratie van de plek te laten zijn; hij wilde dat de locatie als het ware ‘meeschreef’ aan de documentatie. Als de plek zich in de fotoafdruk van die locatie heeft gevreten, mengen zich het mimetische en het fysieke spoor. Gill zorgt op die manier voor een nog nauwere relatie tussen de locatie en afbeelding daarvan. De fotograaf heeft zelfs een heel boek begraven (Buried, 2006).

Gill heeft meer interessante experimenten uitgevoerd; zo maakte hij foto’s nadat hij kleine gevonden dingen – stukjes plastic of metaal, insecten, een touwtje, et cetera – in het huis van zijn analoge camera had gestopt. Zo mengden zich de foto die hij maakte in op zijn dwaaltocht en een afbeelding van de materialen die hij onderweg vond in het uiteindelijke beeld. Voor de fotoserie Best Before End (2012-2013) liet hij belichte negatieven in energiedrankjes weken, om de emulsie te verzachten en vervolgens te bewerken. Daar zijn we weer in de buurt bij Reble; het resultaat is hierbij echter van de hand van de fotograaf, niet de onvoorspelbare uitkomst van een (bio)chemisch proces.

Twee pagina's uit Buried (2006) © Stephen Gill/Nobody Books

Transformatie

Reble is na de periode met Schmelzdahin doorgegaan met het transformeren van analoog filmmateriaal, zij het niet meer met biologische (bacteriologische), maar met chemische katalysatoren. Dit werk weerspiegelt zijn blijvende interesse in de desintegratie van figuratieve beelden; in de verandering van herkenbare, fotografische beelden naar zich mengende kleuren en vormen. De filmopnamen verbrokkelen, vervallen en transformeren in beelden die we slechts deels of helemaal niet meer kunnen herleiden tot de waarneembare werkelijkheid. Een sterk voorbeeld uit deze periode vind ik het tweeluik Passion (1990) en Das Goldene Tor (1992). Ongetwijfeld is Reble geïnteresseerd in ‘mooie beelden’ die de desintegratie van het filmmateriaal opleveren, maar in de eerste plaats gaat het Reble volgens mij om de materialiteit van film. De titel van een werk uit 1995, Instabile Materie, bevestigt dat voor mij.

Tussen 1997 en 2004 heeft Reble, samen met muzikant Thomas Köner, de live performances Tabula Smaragdina verzorgt. Ik heb een vertoning in 1998 kunnen meemaken, waarvan ik me een projectie van krioelende en pulserende kleuren en vlakken herinner, van grillige organische vormen die doorlopend groeiden en uiteenvielen. Ik sprak Reble er onlangs over. “Ik presenteerde mijn met de hand ontwikkelde 16mm-films en Thomas ontwikkelde daar een live-soundtrack bij”, zei hij. “Dat 16mm-filmmateriaal had ik na het ontwikkelen bewerkt met chemische processen. Tinting en toning (twee oude processen om filmmateriaal te kleuren, RM), dat is alles. De chemicaliën werden er niet uitgewassen, maar bleven in de emulsie achter.”

De films toonden zouten en kleurstoffen als niet-figuratieve patronen; de snelle opeenvolging van fotogrammen suggereerde het pulseren en bewegen van de in feite onbeweeglijke deeltjes. Reble gebruikte twee projectoren, waarvan de projecties zich mengden. Daardoor, in combinatie met de gelaagde opbouw van de emulsie ontstond bij de kijker een gewaarwording van diepte. De niet-figuratieve vormen bedekten de complete fotogrammen, ook de rand waar bij geluidsfilms zich het optische geluidsspoor bevindt. Het geluidssysteem van de projector las daardoor geen geluidsspoor maar registreerde de grillige vormen. De ruis die dit opleverde werd door Köner live gemanipuleerd en omgezet in een soundtrack. Ik voelde me meegezogen in een onbekende maar reële wereld, tijdloos, organisch en autonoom. Van Tabula Smaragdina, als performance uitgevoerd met meerdere projectoren, heeft Reble een definitieve single channel-versie gemaakt in 2010.

Links: still uit Das Goldente Tor (1992) © Jürgen Reble. Onder: still uit Tabula Smaragdina (2010) © Jürgen Reble

Alchemie en materie

Met de titel Tabula Smaragdina schurken Reble en Köner expliciet aan tegen de alchemistische traditie; iets dat Reble ook al deed met het gebruik van de symbolen van transmutatie in Das Goldene Tor en met zijn performance Alchemy (1992 en verder). Hij noemt zichzelf ook ‘filmalchemist’. Alchemie is een nogal ruim terrein – met vroeg-Egyptische, Griekse en Arabische wortels – maar wordt vaak in verband gebracht met speculatief onderzoek naar materie. Dat is ook de associatie die Reble waarschijnlijk heeft: de alchemistische zoektocht om van een gewoon metaal een edel metaal te maken, van materie zonder waarde een waardevol materiaal. De Tabula Smaragdina – soms ook Tabula Esmeralda genoemd – is een tekst uit mogelijk de Griekse oudheid of vroege middeleeuwen, die dit gezochte transmutatieproces cryptisch zou beschrijven.

De associatie is begrijpelijk: net als de oude alchemisten onderzoekt Reble op experimentele wijze materie. Met chemische processen probeert hij basismateriaal om te zetten in een waardevol materiaal. Met zijn recente film kan Doing zich ook een alchemist noemen. De Wilderness Series is het resultaat van vijf transformaties van de emulsie door middel van (bio)chemische processen. Hij heeft daarbij een ‘waardeloos’ materiaal – een onbelichte filmrol van voorbij de houdbaarheidsdatum – getransformeerd in iets betekenisvols.

Still uit Materia Obscura (2009) © Jürgen Reble

Films als Tabula Smaragdina en Instabile Materie van Reble en Wilderness Series van Doing lijken abstract, maar dat zijn ze mijns inziens niet. Feitelijk zijn ze heel concreet en in zekere zin zelfs figuratief: wat we geprojecteerd zien is materie. De film toont niets anders af dan waaruit het bestaat, het geprojecteerde beeld verwijst naar niets anders dan het materiaal.

Dat filmische materiaal, resultaat van een transformatie, is het onderwerp bij Reble en Doing. Het is weliswaar geen goud, maar, zoals Reble zelf zegt naar aanleiding van zijn film Materia Obscura (2009): “Binnenin de chemische elementen van de film verschijnt de bizarre rijkdom en schoonheid van zijn materialiteit.”

bottom of page