top of page

De tijd in de stilstand -
DaVid ClaeRbout

Onder de titel Future toont De Pont museum in Tilburg van  3 september 2016 tot en met 29 januari 2017 recente videowerken en tekeningen van de Belgische kunstenaar David Claerbout. De video’s liggen in het verlengde van Claerbouts eerdere werk; hij bouwt aan een consistent oeuvre dat zich bevindt in de zone waar fotografie en film samenkomen. Of anders gezegd: waar stilstand en beweging in fotografische media samenkomen. Tijd, het verstrijken van tijd, blijft een centraal thema in het werk van Claerbout.

30 december 2016

In het getoonde werk Oil Workers (from the Shell Company of Nigeria) Returning Home from Work, Caught in Torrential Rain (2013) zien we een grote groep mannen schuilen onder een viaduct. De camera beweegt langzaam van rechts naar links, min of meer om de groep heen. Dan kantelt de camera naar beneden en zien we het water dat op de weg staat; de camera kantelt weer omhoog en we zien opnieuw de groep vanaf rechts. Zo maakt de video een oneindige lus.

workers_2.jpg

Oil Workers van David Claerbout, zoals opgesteld in De Pont, Tilburg

Vervreemdend aan het beeld is dat alles stilstaat – geen enkele keer knippert iemand met de ogen, geen enkele man beweegt een voet of maakt welke beweging dan ook – en tegelijkertijd bewegen we als toeschouwers om hen heen. We zien eerst hun linkerzijde en uiteindelijk hun rechterzijde; hun blikrichting verandert ondertussen niet. Ze verschuiven ten opzichte van elkaar en hun omgeving als een voor- en achtergrond. Er is stilstand en tegelijkertijd beweging, er is verandering van perspectief en tegelijkertijd blijft het beeld plat. De oorsprong van Oil Workers is een gevonden kleurenfoto. Claerbout maakte 3D-scans van echte personen, kleedde ze digitaal aan en combineerde het resultaat met de oorspronkelijke foto.


Het nu in het toen

In een interview met Inka Graeve Ingelmann, gepubliceerd in een tentoonstellingscatalogus van de Pinakothek der Moderne (München, 2010), heeft Claerbout uitgelegd dat de tweedimensionaliteit van een beeld hem doet zoeken naar "een geheime ingang, om het fysieke concrete bewijs te onthullen dat iets in het beeld in het hier en nu bestaat.” Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot foto’s waarin een enkel element digitaal in beweging is gezet. Ruurlo, Borculoseweg 1910 (1997) is een gemanipuleerde historische foto van een Hollands dorpstafereel. We zien mensen in het landschap, een molen en een boom. In de foto heeft Claerbout een hedendaagse video-opname van die boom digitaal gemonteerd. We zien de boombladeren bewegen in de wind, terwijl het tafereel verder bevroren blijft in de tijd. Het werk vertegenwoordigt tegelijkertijd twee vormen van tijd: het stilstaande moment, dat verwijst naar een verleden, en de beweging die niet anders kan zijn dan nu.

Werken als Kindergarten Antonio Sant’Elia, 1932 (1998) en Vietnam, 1967, near Duc Pho (Reconstruction after Hiromishi Mine) (2001) zijn eveneens gebaseerd op een bestaande foto. Claerbout heeft specifieke locaties teruggezocht, gefilmd en de oude foto en nieuwe video gecombineerd, zodat in het stilstaande beeld iets beweegt – boombladeren bij het schoolplein, het licht in het landschap waarboven het vliegtuig uiteenspat. Slechts een enkel element komt tot leven, en eigenlijk ook niet echt – omdat het beeld met beweging is gelust, maken de boom en het licht eeuwig dezelfde subtiele bewegingen.

(Tussen haakjes: eenzelfde effect wordt de laatste jaren met enige regelmaat ook in commerciële (online) fotografie toegepast en daar cinemagraph genoemd. De uitkomst oogt eender: een stilstaand beeld met een of enkele bewegende detail(s) – en toch komt het bij Claerbout niet over als slechts een gimmick. Waarin dat zit, weet ik nog niet goed.)

Still uit KING (2015-2016) © David Claerbout

De poriën van de huid

Bij Oil Workers beweegt niets in het beeld, maar is het de denkbeeldige camera die langs het tafereel – als een tableau vivant – trekt. Vergelijkbaar is KING (after Alfred Wertheimer’s 1956 picture of a young men named Elvis Presley (2015-2016), maar Claerbouts gezochte ‘geheime ingang’ in het tweedimensionale beeld is hier sterker voelbaar. Hier draait de denkbeeldige camera niet alleen voorlangs, maar ook als het ware ‘de foto in’. Presley staat in een woonkamer, andere personen op de achtergrond, zijn moeder zittend op de bank. Gestoken scherp zien we het ontblote bovenlijf van Presley, het sportbroekje, het blikje met frisdrank in zijn hand. De camera komt zo dichtbij dat je de poriën van de huid ziet, de aderen in de voet, de vezels van het tapijt.

De kunstenaar heeft in zijn studio een 3D-scan van een Elvis-lookalike gemaakt en de scan vervolgens voorzien van de huid van de echte Elvis, gekopieerd van verschillende gevonden foto’s. Ook deze video is een geluste en daarmee oneindige beweging. KING is hyperrealistisch en tegelijkertijd artificieel; net als Oil Workers heeft de video een kunstmatige, al te gemaakte uitstraling. Mijn aandacht en mijn bewondering gaan in de eerste plaats naar de technische kant van het werk: het monnikenwerk dat de realisatie moet zijn geweest en de bijzonderheid dat ik door het platte vlak breek en 360 graden binnen een stilstaand beeld beweeg. De inhoud of het onderwerp verschuift naar de achtergrond.

Olympia van David Claerbout, in De Pont, Tilburg

Langer dan een mensenleven

In Oil Workers en KING zijn de personages gevangen in een eeuwig wachten. De arbeiders wachten op het voorbijgaan van de regenbui; Elvis bevindt zich voor altijd in het moment tussen ontdekking en wereldberoemdheid. Wat we zien is een moment in het verleden, dat door de beweging ook aanwezig is in het nu. Meer dan bij een ‘gewone’ foto, is het moment vereeuwigd in een voortdurend nu.

Bij Olympia (2016) komt de tijd weer uit zijn lus en wordt weer lineair. De video draait – letterlijk – rond het olympisch stadion in Berlijn: het bouwwerk waar in 1936 de beladen Olympisch Spelen werden gehouden. Het is een van de gebouwen die Albert Speer voor Hitler ontwierp, waarbij het de wens van beide mannen was dat de ruïnes na duizend jaar nog steeds zouden imponeren en de grootsheid van de Derde Rijk zouden uitdrukken. Claerbout laat het olympisch stadion met behulp van game software in ‘real time’ vervallen tot ruïne. In elk geval voor de komende 25 jaar, want zover heeft Claerbout met zijn team kunnen programmeren. De camera cirkelt rond het stadion; we zien de kolommen, de trappartijen; hier en daar krijgen we een doorzicht en valt licht langs een kolom. Rechts in het kader zien we iets van de omgeving. Bij de video hoort een tweede, kleinere en verticale projectie; die toont details of de omgeving van het stadion.

De kunstenaar heeft – met de medewerkers in zijn studio – een gedetailleerde virtuele wereld, een parallelle werkelijkheid geschapen, waarin het tijdverloop reëel is. Het digitaal gecreëerde verval voltrekt zich zo langzaam dat het niet bij een enkel museumbezoek is te ervaren. Alleen als we na verloop van tijd het werk opnieuw zien, kunnen we misschien iets van veranderingen waarnemen, in de vorm van opschietend groen tussen de stenen of een scheur in een kolom, bijvoorbeeld. Daardoor wordt de tijd hier niet alleen onderwerp, maar in zekere ook de vijand van het werk. Hoeveel mensen zullen in staat zijn Olympia steeds weer te zien, met voldoende grote tussenpozen om de veranderingen waar te nemen? En zullen ze zich dan herinneren hoe het beeld bij het vorige bezoek was? Bij Olympia lijkt vooral het concept interessant; op het moment dat de beschouwer voor de projectie staat, ziet hij slechts die onophoudelijke ronde rond het gebouw, zonder zichtbare verandering.

Radio Piece (Hong Kong) en Olympia van David Claerbout, in De Pont, Tilburg

Geconstrueerde ruimte

In een van de gepresenteerde kunstwerken in De Pont lijkt niet de tijd maar vooral de ruimte het centrale onderwerp te zijn. Radio Piece (Hong Kong) uit 2015 bestaat uit een ononderbroken terugtrekkende beweging van de camera. Het eerst beeld is van een Japanse tuin, wat na verloop van tijd een foto daarvan blijkt te zijn, aan de muur geprikt van een studio. Die studio blijkt deel uit te maken van een iets grotere, overvolle kamer, en bij verdere terugtrekkende beweging blijkt dat die ruimte zich bevindt in een enorm flatgebouw. Het laatste beeld is geheel gevuld met een stedelijke wand in voormalig Kowloon Walled City, een grauw vlak van aaneengesloten muren met ramen, balkons, satellietschotels en airconditioners.

Het is een video vol contrasten. Het begin- en het eindbeeld vertonen geen beweging, in de ruimten daartussen zien we mensen bewegen. Het begin- en eindbeeld zijn buitenruimten – al blijkt de tuin een foto aan de muur te zijn – en daartussen zien we interieurs. We beginnen in een groene tuin – een semi-natuurlijke omgeving – en eindigen in een grauwe stedelijke omgeving. De camera neemt ons mee, ononderbroken door ramen en muren, door verschillende ruimten. Echter, Claerbout heeft de ruimten digitaal samengebracht. Je moet het maar weten. Net als bij de andere werken: het dwingt vooral respect af voor het technische werk.

Bij de video hoort geluid en dat moet met een hoofdtelefoon gehoord worden. De omgevingsgeluiden zijn geregistreerd met twee microfoons, wat een sterk ruimtelijk resultaat biedt. Claerbout beoogt daarmee een frictie te laten ontstaan tussen het kijken naar de verschillende ruimten en het horen van de bijbehorende geluiden in ons hoofd. We zouden de digitale mix van ruimten en de discrepantie in onze auditieve en visuele waarneming moeten ervaren, en daarmee de kritiek “op de kolonisatie van de geest – als ware ze vastgoed”, aldus de kunstenaar.

Still uit Radio Piece (Hong Kong) (2015) © David Claerbout

Virtualiteit kent geen tijd

Wat deze recente werken gemeen hebben – onderling en met eerder werk van Claerbout – is hun aangename traagheid en ontbreken van actie. De werken vragen alleen dat je kijkt, de tijd neemt, geen verwachtingen hebt maar aandacht. Daarbij zijn de beelden stuk voor stuk zeer verzorgd: laat dat maar aan Claerbout en zijn team over. Bij een aantal video’s, zoals Oil Workers, KING en Ruurlo, Borculoseweg 1910 resulteert de combinatie van stilstand en beweging (vastgehouden en verstrijkende tijd) in vervreemding. Tegelijkertijd vind ik dat de digitaal gecreëerde of opgetuigde beelden – ondanks hun hoge realistische gehalte – iets artificieels behouden, waardoor mijn aandacht verschuift naar de enorme technische beheersing, die groot respect afdwingt, maar niet de kern van het kunstwerk kan zijn. Bij andere werken vind ik het dan weer jammer dat ik informatie over het concept nodig heb voor de waardering – of op zijn minst begrip – om het beeld niet als gegeven aan te nemen (ik zie geen verandering gedurende decennia in het beeld; ik moet dat aannemen).

Mijn ervaring blijft vooral rationeel en ik mis de impact van The Long Goodbye (2007). Hierin heeft Claerbout een actrice en de omgeving (terras van een buitenhuis in bosrijke omgeving) afzonderlijk opgenomen en de vertraagde, respectievelijk versnelde beelden digitaal gecombineerd. De combinatie van snelle avondval en het vertraagd zwaaien ter afscheid, beide daadwerkelijk gefilmd, is vervreemdend maar niet vreemd. Te makkelijk? Te sentimentalistisch? Met het gevaar daarvan beticht te worden zeg ik dat de kracht van The Long Goodbye zit in het voelbaar maken van (het verstrijken van) de tijd, van de melancholie van het voorbijgaan. Bij recente werken zoals de genoemde in De Pont mis ik teveel dat ‘voelbaar maken’.

bottom of page